Historisch en volksgebruik
Dioscorides, Matthiolus, Lonicerus - namen als deze suggereren al dat de den - in de letterlijke zin - een oude bekende is. Reeds in de oudheid raadden geleerden dennenhars aan als plaatselijk middel tegen zweren en de schors als wierook voor vrouwenkwalen. In de volksgeneeskunde wordt de den geprezen in medische geschriften: men beveelt het gebruik aan ter bestrijding van bronchiale aandoeningen, keelpijn en heesheid.