De douche: een lange traditie
Lichaamshygiëne met behulp van water was van oudsher een van de lichaamsverzorgingsrituelen van de mensheid. Reeds in het oude Griekenland hechtte men veel belang aan lichamelijke hygiëne. In het oude Rome hadden de openbare baden een dubbele rol: De baden en kuuroorden daar dienden niet alleen om het lichaam te reinigen, maar waren ook een plaats van Romeinen sociale ontmoetingsplaats, bijvoorbeeld om over zaken te onderhandelen.
De kenmerkende rituelen van de lichaamshygiëne uit de oudheid ontwikkelden zich in de loop van de geschiedenis echter in tegenovergestelde richting: door de verspreiding van epidemieën zoals de pest, cholera en syfilis werden de openbare baden in de Middeleeuwen gesloten wegens het gevaar voor besmetting. In het daaropvolgende tijdperk, de barok, probeerde men onaangename lichaamsgeur te verdoezelen met behulp van lichaamspoeders, zepen, pruiken en later ook ondergoed. Alleen afzonderlijke delen van het lichaam werden af en toe op geïmproviseerde wijze gewassen met behulp van een waterkan en een kom.
De douche zoals we die nu kennen draagt het label 'Made in France'. Een kort uitstapje naar het Frankrijk van de 19e eeuw leert dat de eerste douche-installaties werden gebruikt als therapeutische toepassing in psychiatrische inrichtingen. Al snel namen gevangenissen, kostscholen en kazernes de doucheconstructies over voor een snelle reiniging van het lichaam van de massa.² Na een paar jaar kwam douchen ook in de gewone maatschappij. Naast de reinigende werking erkenden sommige genezers ook de therapeutische werking van water. Sebastian Kneipp, bijvoorbeeld, schreef zijn boek 'Mijn waterkuur' al in 1886.