1979-1996
In 1979 werd de nieuw gebouwde fabriek in de Würzburgse wijk Heidingsfeld in gebruik genomen, waar vanaf dat moment oliebaden, badzouten en plantensappen werden geproduceerd. Tegelijkertijd breidde de onderneming voor het eerst uit tot buiten de grenzen van de Bondsrepubliek door de oprichting van een dochteronderneming in Nederland. Eind jaren zeventig werd in het zogenaamde "Waldhaus" een kleine badafdeling ingericht om nieuwe formules te testen; aan het begin van het nieuwe decennium werd een Kneipp-kuurcentrum opgericht waar bezoekers zich door geschoolde specialisten konden laten behandelen met massages en Kneipp-behandelingen.
Dat het onderzoek naar planten en hun effecten op de achtergrond onverminderd doorging, was een vanzelfsprekendheid voor het managementtrio van het bedrijf, ondanks alle economische expansie. En voor Kneipp zou dit thema in de loop van de jaren tachtig nog belangrijker worden. De oprichting van de eigen analytics-afdeling in 1984 was hiervoor tekenend. Slechts vier jaar later verhuisde de afdeling van Steinbachtal naar het pand in Heidingsfeld, dat speciaal voor dit doel nog eens werd uitgebreid.
Ook de oorspronkelijke plaats van het werk van Sebastian Kneipp werd niet uit het oog verloren. Reeds in het begin van de jaren tachtig werd een voormalig pakhuis in Bad Wörishofen onder leiding van Luitpold Leusser omgebouwd tot een theefabriek. Hoewel de fabriek in 1991 bij een verwoestende brand tot de grond toe afbrandde, was de directie aan de Zwabische locatie gehecht en had zij de fabriek binnen zeer korte tijd heropgebouwd. Binnen een jaar was de theeproductie weer op gang.